Op deze pagina vind u meer informatie over het verantwoorden, evalueren en borgen van het Nationaal Programma Onderwijs voor gemeenten.
Jaarlijkse verantwoording inzet middelen
Gemeenten kregen uit het Nationaal Programma Onderwijs middelen ter beschikking voor de schooljaren 2021-2022 tot en met 2024-2025, via een SPUK-regeling. De verantwoording is hierop afgestemd.
Bij elke jaarrekening verantwoordt uw gemeente de uitgaven via de systematiek van single information, single audit (SiSa). Een bijlage bij de jaarrekening en de accountantsverklaring is daarbij voldoende.
Uw gemeente moet in de jaarrekening transparant aangeven welk deel van de middelen is besteed aan de bestedingsdoelen van de uitkering. Uw gemeente hoeft zich niet apart per bestedingsdoel te verantwoorden over de uitgaven, maar alleen over de totale uitgaven over alle bestedingsdoelen. Mocht uw gemeente aanvullende kosten hebben gemaakt voor:
- Tijdelijke extra huur van bestaande (onderwijs)huisvesting voor de uitvoering van maatregelen in het kader van het NP Onderwijs, of;
- Ambtelijke capaciteit van de gemeente (totale werkgeverslasten) dan wel inkoop van expertise voor de uitvoering van het NP Onderwijs,
dan moet uw gemeente zich apart over de uitgaven op punt 1 en de uitgaven op punt 2 verantwoorden in de jaarrekening.
U kunt de middelen besteden binnen het tijdvak van 1 juli 2021 tot en met 31 juli 2025. Als activiteiten doorlopen na 31 juli 2025, moeten deze met andere middelen bekostigd worden.
Eindverantwoording en afrekening
Na afronding van het programma verantwoordt u zich in uw gemeentelijke jaarrekening over de inzet van de specifieke uitkering. Dit gebeurt uiterlijk in de jaarrekening over 2026. Aan de hand hiervan bepalen wij of uw gemeente uitkering hebt besteed aan de doelen waarvoor ze is verstrekt.
Binnen 12 maanden na ontvangst van deze eindverantwoording stellen we de uitkering vast en vindt een eventuele financiële afrekening plaats. Deze regeling loopt af op 1 juli 2028, zodat de vaststelling mogelijk is binnen de looptijd.
Evalueren en borgen
Kwaliteitsdialoog
Als hulpmiddel voor het evalueren van de interventies en de samenwerking met scholen en organisaties rondom de school, is de praktijkkaart Kwaliteitsdialoog opgesteld. Deze praktijkkaart biedt beleidsmedewerkers van gemeenten handvatten voor de organisatie van een afsluitende kwaliteitsdialoog over het NP Onderwijs. Deze kwaliteitsdialoog kan ingezet worden als vorm van monitoring, of als middel om met elkaar te reflecteren op de uitkomsten van een monitor.
Uitkomsten implementatiemonitor 2024
In 2024 is het zesde implementatieonderzoek van het NP Onderwijs uitgevoerd. Hieraan deden 231 gemeenten mee. De rapportage beschrijft waar gemeenten de extra middelen aan hebben besteed, welke resultaten gemeenten zien en de geleerde lessen.
Bijna alle gemeenten zetten interventies in voor zorg en welzijn. Ook (bovenschoolse) maatregelen om vertragingen in te halen en maatregelen voor meer lokale samenwerking zijn populair. Te denken valt aan maatregelen als extra maatschappelijk werk in de school of extra begeleiding in de klas. Zij werken daarbij, naast het onderwijs, vaak samen met jongerenwerk, andere maatschappelijke partners en de kinder- en buitenschoolse opvang.
Gemeenten zijn over het algemeen tevreden over de uitvoering en de opbrengsten van het NP Onderwijs. Gemeenten zien het vaakst opbrengsten op het vlak van welbevinden en motivatie. De meest voorkomende belemmeringen zijn tekorten in het onderwijs en de zorg, en tijd- en capaciteitsgebrek.
De meeste gemeenten continueren hun maatregelen in het schooljaar 2024-2025. Bijna een derde kiest voor andere maatregelen, vaak omdat er nieuwe inzichten zijn over de behoeften in de gemeente. Ook na afloop van het NP Onderwijs wil 54% maatregelen voortzetten.