“Heterogeen onderwijs maakt kansrijk onderwijs mogelijk”

Op het Leon van Gelder in Groningen staat het leerproces centraal. De school werkt met heterogene mentorgroepen. Die bieden grote meerwaarde als vorm van passend onderwijs, tijdens de schoolloopbaan en voor het vervolg.

Groep leerlingen aan het werk

Ooit begonnen als middenschool, focust het Leon van Gelder zich nog steeds op een aantal uitgangspunten van deze Nederlandse experimentele onderwijsvorm, zoals heterogene mentorgroepen.

Per mentorklas volgen maximaal 25 leerlingen op vmbo-, havo- en vwo-niveau vier jaar lang gezamenlijk onderwijs, met in de eerste drie jaar geen cijfers. Als teamleider, docent én mentor zien Tonnie Doornebosch en Linda Vree de meerwaarde en het succes van onderwijs in heterogene groepen. Niet alleen om elke leerling passend onderwijs te bieden, ook als het gaat om de doorstroom naar vervolgopleidingen.

Haal eruit wat erin zit

“Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en vaardigheden,” stelt Vree. “Op het Leon van Gelder waarderen we cognitieve vaardigheden, maar bijvoorbeeld ook zelfkennis, samenwerken en omgaan met anderen. Dit soort vaardigheden zijn heel belangrijk om later goed te kunnen functioneren in de samenleving.”

“Onze klassen zijn gedifferentieerd vanaf jaar 1. Leerlingen kunnen bij elk vak op hun eigen niveau aan het werk zijn. Elke klas heeft vier jaar lang dezelfde twee mentoren. De leerlingen werken binnen die mentorklas samen. Ze helpen elkaar, geven uitleg of feedback en werken samen naar een eindresultaat. Het leerproces staat centraal, in plaats van het uiteindelijke niveau. Elke les begint met een kringgesprek. Zo ontstaat er een goede band tussen leraren en klasgenoten en wordt de betrokkenheid in de groep vergroot.”

Stamppot-couscous

Leerlingen in kringgesprek

Doornebosch vertelt: “In ons onderwijs komen allerlei werelden bij elkaar. Laagopgeleid en hoogopgeleid, maar ook verschillende culturele achtergronden. Kinderen zitten in hun eigen bubbel en onze onderwijsvisie stimuleert ze om elkaar te ontmoeten.”

Dat ‘ontmoeten’ zie je terug in de kringgesprekken, het samenwerkend leren en onderzoeken en de uitstapjes van de school. Zo komen leerlingen in aanraking met meningen en opvattingen die ze normaal gesproken niet zo snel zouden tegenkomen. “Een mooi voorbeeld is ons project ‘Stamppot-couscous’, waarin verschillende culturen centraal staan. Hierin leren leerlingen elkaars culturele achtergrond en leefwereld kennen door bijvoorbeeld een bezoek te brengen aan een kerk en moskee.”

Profijt voor iedereen

Vree: “Leerlingen leren hier van elkaar en trekken zich aan elkaar op. De een is misschien theoretischer aangelegd dan de ander. Maar zo leer je van elkaar. De kinderen leren ook elkaar complimenten te geven of ze wijzen elkaar op wat ze goed doen en wat beter kan. Ze leren wat hun ontwikkeling is en welke leerdoelen ze hebben.” Doornebosch vult aan: “Je eigen mentorklas en je mentoren spelen hierin een belangrijke rol. Als je elkaars tips en tops drie jaar lang benoemt in de veilige omgeving van je klas, geeft dat voor iedereen een heel positieve sfeer in het onderwijs.”

Coronavertragingen

Ook het Leon van Gelder heeft te maken met coronavertragingen. In een heterogene omgeving kunnen deze vertragingen worden ingehaald. Doornebosch: “We hebben leerlingen die tot nu toe best goed door corona zijn gekomen. Dat zijn de leerlingen die thuis extra steun krijgen en de executieve vaardigheden al beheersen. Leerlingen die hier meer moeite mee hadden, heeft de school tijdens de schoolsluiting opgevangen.”

Vree vervolgt: “Leerlingen die achterlopen zullen net dat extra stapje moeten zetten om de aansluiting weer te maken bij leerlingen die geen coronavertraging hebben opgelopen. In die zin is het wel een uitdagendere omgeving om weer op je eigen niveau te komen.”

Geen cijfers

Leon van Gelder

Op het Leon van Gelder werken ze de eerste drie jaar niet met cijfers. Vree licht toe: “Een cijfer is een momentopname. Stel, de ene leerling haalt een acht voor wiskunde omdat hij of zij er aanleg voor heeft. En een andere leerling haalt een zes en heeft daar heel hard voor gewerkt. Voor wie is het dan een grotere prestatie? Belangrijk is dat het gaat over hoe de leerlingen in hun eigen leerproces staan, dat ze zich afvragen: Wat ga ik vandaag doen? Hoe ga ik vandaag leren? En dat je daar met elkaar over in gesprek gaat. Ook is het waardevol dat de leerling voor ieder vak op zijn eigen niveau bezig kan zijn.”

Kansrijk onderwijs

Over het onderwijs en de inrichting ervan is altijd veel maatschappelijke discussie. Dat de samenleving erbij gebaat is als elke school heterogeen onderwijs aanbiedt, is voor Vree duidelijk, maar het moet geen verplichting worden. “Wij zien op onze school de voordelen om vakken op verschillende niveaus te volgen en op dat niveau ook uiteindelijk examen te doen.”

Het Leon van Gelder doet niet mee aan het landelijke eindexamen, maar heeft een eigen programma van toetsing en afsluiting. Leerlingen krijgen een diploma en een cijferlijst (heterogeen) met dezelfde wettelijke rechten als die gelden op andere scholen. Volgens Vree geeft het een meerwaarde als het gaat over de doorstroom naar mbo of havo. “Als leerlingen ergens goed in zijn, wordt dat gewaardeerd en kunnen ze bij dat vak op een hoger niveau gaan werken. Heterogeen onderwijs is een mogelijkheid om kansrijk onderwijs te geven. Het zou mooi zijn om dat op een passende manier bij jouw school na te streven.”

Doornebosch sluit zich daarbij aan. “Mijn aanbeveling zou zijn om in je eigen onderwijs manieren te bedenken om kinderen van verschillende niveaus en achtergronden met elkaar in gesprek te brengen.”

Dit is het vijfde stuk uit een serie praktijkverhalen over het Nationaal Programma Onderwijs. Lees ook het eerste, tweede, derde, vierde en vijfde stuk.

  • Footerlogo Nationaal Programma Onderwijs