Eerste dialoogsessie NP Onderwijs “zeer waardevolle middag”

Een “inspiratiemoment”, een “zeer waardevolle middag” en een “heel fijne uitwisseling”. Zomaar wat kwalificaties die leerkrachten gaven aan de eerste dialoogsessie over het NP Onderwijs, die het ministerie van OCW hield op 29 juni. Doel: ervaringen uitwisselen en van elkaar leren.

Dialoogsessie

Zo’n 40 leraren en schoolleiders uit het hele land werd in Utrecht verwelkomd door Annemarie van der Gaag, beleidsadviseur bij OCW. Zij wees op het grote belang van dialoog. “En dan bedoel ik niet alleen dat jullie onderling veel van elkaar kunnen leren, maar ook dat wij als ministerie na het eerste volle jaar NP Onderwijs graag met júllie in gesprek gaan over een ontzettend belangrijk en complex iets als dit programma. Want wij bedenken wel veel, maar op de scholen gebeurt het allemaal.”

Interventies hielpen groep 3 én de hele school

Schoolleider Eva Naaijkens en leerkracht Eva Kock van de Alan Turingschool in Amsterdam vertelden in het plenaire deel waarom de interventies op hun basisschool – 230 leerlingen met 40 nationaliteiten en gevestigd op de Oostelijke Eilanden in hartje Amsterdam – zich vooral richten op groep 3. “Juist daar kwam het onderliggende lijden van de afgelopen jaren pijnlijk duidelijk naar boven,” aldus Naaijkens. Want hoewel de school alle leerlingen tijdens de coronacrisis aanmerkte als ‘kwetsbaar’, zodat ze gewoon op school konden blijven komen, was er in de woorden van Kock tijdens de pandemie voor veel kinderen toch sprake van een ‘ernstig verschraald leven’.

Angstige ouders hielden hun kinderen thuis, alle andere voorzieningen waren dicht, en leerlingen, ouders en docenten werden ziek. Met de leerachterstanden viel het nog mee, vertelde Naaijkens, hoewel veel kinderen wel problemen met lezen bleken te hebben. Maar vooral op het gebied van welbevinden was er werk aan de winkel. Groep 3 werd in tweeën gesplitst, er kwamen twee ‘kanjers van leraren’ op en de groep kreeg een kindercoach. Die richtte zich op zaken als huiselijk geweld en gameverslaving. De aanpak had succes: volgens Naaijkens en Kock zijn de positieve effecten niet alleen te zien in groep 3, maar in de hele school. Komend schooljaar wordt op de gekozen aanpak doorgebouwd.

Alleen extra lessen aanbieden is niet genoeg

Na het plenaire deel gingen de aanwezigen uiteen voor de eerste ronde van dialoogsessies, waarin de focus lag op de implementatie van het NP Onderwijs en de gekozen interventies. In de 5 dialooggroepen – 4 vo en 1 po – werd vaak hetzelfde geconstateerd als in het plenaire deel: het welbevinden van leerlingen én teams is op veel scholen een zorg. En ook in de groepen bleek dat veel leerlingen op taalgebied een tik hebben gekregen. Daar lijdt bovendien hun algemene vermogen om stof te begrijpen nog eens extra onder, en dat was al een zorg. In de woorden van een vo-leraar: “Er zijn echt leerlingen die tijdens de crisis niets hebben gedaan en die nooit hebben geleerd te leren. Hoe krijg je die weer mee in het reguliere proces?”

In alle groepen werd positief gereageerd op het NP Onderwijs, maar wel met kanttekeningen. Zo vonden veel leraren dat het geld door de scholen wel duurzaam moet worden ingezet. “Gebruik het voor interventies waar je over 10 jaar ook nog iets aan hebt, en kijk daarbij vooral naar de behoeftes van de leerlingen,” vond een docent. “Simpelweg een boel extra lessen aanbieden helpt niet. Er zijn structurele verbeteringen nodig,” vond een tweede. Daarom moet erop worden gelet dat het geld binnen de scholen wordt geïnvesteerd en niet bij externe bureaus belandt, zeiden anderen. Professionalisering van teams en ‘meer handen voor de klas’ werden vaak als de beste interventies genoemd, maar scholen lopen daarbij aan tegen hét probleem van dit moment: het lerarentekort.

Opbrengst interventies meten is “best een worsteling”

OCW gaf na de eerste dialoogronde een korte uiteenzetting over de monitoring en verantwoording rond het NP Onderwijs. Het gaat immers om publiek geld, waarvan de besteding (politiek) moet kunnen worden verantwoord, en waarvan goed aannemelijk moet kunnen worden gemaakt dat het iets oplevert. Die monitoring was ook het onderwerp van de tweede dialoogronde. Het eerder al genoemde belang van duurzame interventies was ook hier weer te horen. “Je wilt gewoon graag goed kunnen meten wat de opbrengsten zijn, want als iets écht werkt wil je dat het komende jaar weer doen.” zei een leraar. En een ander: “Uitstapjes maken is eventjes leuk, maar een eenzame leerling loopt er ook in een pretpark verloren bij. Er is structureel echt méér nodig.”

Eensgezindheid was er over het gegeven dat goed monitoren niet makkelijk is. “De meetbaarheid van opbrengsten is best een worsteling,” merkte een docent op. “We krijgen ook vanuit de MR steeds vaker de vraag: wat werkt wel en wat niet? En we merken telkens dat het moeilijk is om daar antwoord op te geven,” zei een ander. Sommige aanwezigen merkten op dat ze in het eerste jaar andere interventies hadden gekozen als van het begin af aan duidelijk zou zijn geweest dat het programma langer doorloopt. Maar de eerder dit jaar aangekondigde verlenging met 2 jaar heeft ook voordelen, vonden anderen. “Nu we er langer mee mogen doen, kunnen we ook rustiger nadenken over interventies met een langere adem en meer effect.”

Blijvende aandacht voor sociaal-emotionele kant

Na afloop bleken over de monitoring nog zo veel vragen te leven dat ruim de helft van de aanwezigen graag een aparte dialoogsessie bijwoont, liefst nog vóór de derde voortgangsrapportage over het NP Onderwijs naar de Kamer gaat. Verder gaven de aanwezigen bij de sessies op kaarten ‘tips en tops’ aan. Een snelle eerste inventarisatie daarvan leerde dat blijvende aandacht voor de sociaal-emotionele kant, ook bij het personeel, door veel mensen erg belangrijk wordt gevonden. Op het gebied van monitoring werden diverse tips vaak gegeven, zoals het aanmoedigen van een feedback-cultuur, het opzetten van een leernetwerk en de ontwikkeling van een standaard-evaluatietool. Daardoor hoeven scholen minder vaak het eigen wiel uit te vinden en worden de opbrengsten van interventies beter onderling vergelijkbaar.

  • Footerlogo Nationaal Programma Onderwijs